Ziektebeelden voor een eerste onderzoek

Radiografie

Bij een radiografie of röntgenfoto wordt gebruik gemaakt van röntgenstralen (doorgaans 50-150 keV) om inwendige afwijkingen ter hoogte van een bepaald lichaamsdeel te kunnen aantonen. De absorptie van de röntgenstralen verschilt per type weefsel en de doorgelaten hoeveelheid per oppervlak wordt digitaal omgezet in een grijscode (pixel). Dit geeft een röntgenfoto waarbij wit staat voor dens weefsel (zoals bot) en zwart voor weinig dens weefsel (zoals longweefsel). Radiografie vormt voor vele ziektebeelden een eerste onderzoek, al dan niet in combinatie met echografie.

Conventionele onderzoeken

  • RX axiaal skelet (wervelkolom, bekken) ter beoordeling van fracturen, degeneratie, scheefstand, kromming, infecties, bottumoren e.d.
  • RX perifeer skelet (beenderen en gewrichten) ter beoordeling van fracturen, ontwrichtingen (luxaties), degeneratie (artrose), infecties of bottumoren. Indirect kan soms ook informatie weergegeven worden over pezen (eventuele verkalkingen), letsels of ontsteking in het gewricht (gewrichtsvocht of -bloed), onderhuids vetweefsel (vochtophoping of bloeduitstorting na trauma) e.d. al is in dit geval een echografie nodig ter bevestiging en voor verdere oppuntstelling.
  • RX thorax (borstkas) ter beoordeling van de grootte van het hart, een longontsteking, pleura-ontsteking, gezwel, e.d.
  • RX abdomen (buik) ter beoordeling van een obstructie of perforatie van het spijsverteringsstelsel, constipatie, nier- en galstenen met calciuminhoud, e.d.
  • RX sinussen ter beoordeling van anatomische afwijkingen en acute of chronische sinusitis.
  • RX adenoïden ter beoordeling van gezwollen amandelen en eventuele vernauwing van de keelholte.
  • RX orthopantomogram ter beoordeling van tandheelkundige afwijkingen.
  • RX télé ter beoordeling van malocclusie van het gebit.
  • RX botleeftijd ter bepaling van de skeletleeftijd en eventueel de te verwachten lengte.
  • RX scaniometrie ter bepaling van de exacte beenlengte.
  • RX full spine ter bepaling van kromming (scoliose) en scheefstand van de wervelzuil.

Voorbereiding: Voor een gewone radiografie is geen voorbereiding vereist.

Infiltraties

Bij infiltraties onder fluoroscopie wordt op steriele wijze contrastvloeistof via een injectienaald in een gewricht gebracht. Fluoroscopie maakt eveneens gebruik van röntgenstralen, echter in zeer lage dosis gezien er geen optimale beeldkwaliteit nodig is. Enkel het bepalen van de positie van de naald t.o.v. het gewricht en het bevestigen van de goede positie van het infiltraat is voldoende.

Type onderzoek:

  • Infiltratie: injecteren van cortisone (DepoMedrol) tegen pijnlijke gewrichtsontsteking of -degeneratie of van kraakbeenproducten (Ostenil) tegen toenemende slijtage (artrose) van het gewricht.
  • Artrografie: voorafgaand aan een artro-CT (zie CT).

Voorbereiding:

  • Er is geen specifieke voorbereiding vereist.
  • Er wordt enkel gevraagd om zelf het te injecteren product (op voorschrift van de aanvragende arts) mee te brengen gezien we dit niet standaard op voorraad hebben. Contrastproducten hebben we wel op voorraad.

Contrastonderzoeken

Dit zijn röntgenonderzoeken waarbij een jodiumhoudend contrastmiddel wordt toegediend om de gewenste inwendige structuren en de werking ervan beter te kunnen beoordelen. Afhankelijk van het type onderzoek dien je hierbij contrastmiddel in de vorm van een papmengsel te drinken of wordt deze via de urethra (plasbuis) toegediend.

Voorbereiding: 

  • RX slokdarm-maag-duodenum: 6u nuchter.
  • RX dundarmtransit: 6u nuchter.

Omwille van het constiperende effect van het contrastmiddel drink je de rest van de dag na het onderzoek best 1-2 liter water extra.